EERSTE HULP BIJ STORINGEN

STORINGEN AAN UW WASMACHINE

1 | DE WASMACHINE WIL NIET STARTEN

• Staat de waterkraan open? 
• Werkt het stopcontact? Test het stopcontact met een ander werkend toestel (bvb. lamp). Controleer indien nodig de zekering. 
• Is de deur goed gesloten? 
• Zit de slang van de watertoevoer niet gekneld?
• Hebt u wel een programmakeuze gemaakt? Hebt u de wasmachine wel aangezet (d.m.v. de startknop)? 
• Reset de wasmachine: Haal de stekker eruit, wacht 5 minuten en steek hem weer in. 

2 | ER IS GEEN WATERTOEVOER

• Is de waterkraan volledig geopend? 
• Controleer of de filter op het uiteinde van de watertoevoer niet verstopt is. 
• Zit de slang van de watertoevoer niet gekneld? 
• Is de deur goed gesloten? 
• Is de afvoerslang geïnstalleerd op de juiste hoogte? Zie tekening op blz. 3. 

3 | DE MACHINE LEKT

• Trek de stekker uit het stopcontact en sluit de watertoevoer af. Is de slang van de watertoevoer niet beschadigd? Vervang indien nodig. 
• Is de dichting van de watertoevoerslang goed aangesloten op de kraan? Vervang indien nodig. 
• Is de filter in de watertoevoerslang juist geplaatst? 
• Steekt er geen wasgoed tussen de deur? 
• Check de deurafdichting: Zit er vuil of zeepresten tussen de rubberen rand? Maak deze schoon. 
• Gebruik minder wasmiddel: te veel schuim kan overstromen en een lekkage veroorzaken. 

Als geen enkele van deze zaken vastgesteld wordt, steek dan de stekker niet terug in het stopcontact. Contacteer onze klantendienst. Als u de storing heeft opgelost, wacht dan tot het toestel opgedroogd is alvorens het terug aan te sluiten.

4 | DE MACHINE LOOPT OVER

• Trek de stekker uit het stopcontact en sluit de watertoevoer af. 
• De aanwezigheid van water rond de wasmachine kan ook te wijten zijn aan overmatige schuimproductie. Controleer in dat geval: 
• • of het wasmiddel geschikt is voor wasmachines. 
  • of u niet te veel wasmiddel gebruikt heeft. 
• Steek in beide gevallen de stekker terug in het stopcontact en kies het programma ‘Pompen (P)’. Herbegin daarna uw wasprogramma. 
• Is de afvoerpomp niet verstopt? 
• Is de dichting van de afvoerpompfilter correct geplaatst? Vervang hem indien nodig.

5 | DE WASTROMMEL DRAAIT NIET BIJ HET WASSEN

• Is er water in de wasmachine? 
• • Neen: Is de afvoerslang geïnstalleerd op de juiste hoogte (tussen 50 en 110 cm)? Zie de tekening op blz. 3.
  • Ja: Wanneer het water zeer koud is, moet u even wachten. Het water moet een tijd opwarmen vooraleer de trommel begint te draaien. 
• Is de transportbeveiliging verwijderd en werd het toestel correct getransporteerd? 

6 | DE MACHINE VERWARMT NIET

• Staat de thermostaat op de gewenste temperatuur? 
• Gebeurt dit bij het wassen? Het toestel heeft een zekere tijd nodig om op te warmen. 
• Is er spanning op het stopcontact? Controleer indien nodig de zekering (zie storing 1). 

7 | DE MACHINE LOOPT NIET MEER LEEG

• Zit de afvoerdarm niet gekneld of te diep in de afvoerbuis gestoken? 
• Zet uw wasmachine op Spoelen of Afvoer/ Pompen: 
• • Als ze nu wel leegloopt: staat de knop ‘Spoelstop’ niet ingedrukt? Zet deze functie uit. 
  • Als ze nog steeds niet leegloopt: is de filter van de afvoerpomp zuiver? Reinig indien nodig de filter en afvoerpomp.

8 | DE MACHINE ZWIERT NIET 

• Als de knop ‘Spoelstop’ ingedrukt is, dan wordt het laatste spoelwater niet automatisch weggespoeld. Zet deze functie uit. 
• Zie de antwoorden bij storing 7 ‘De machine loopt niet meer leeg’. 

9 | DE ZEKERING SLAAT AF TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE WASMACHINE

• Sluit niet meer dan 1 apparaat aan op het hetzelfde stopcontact. 
• Werken verschillende toestellen gelijktijdig op hetzelfde elektrische circuit? Schakel de andere toestellen uit of sluit ze aan op een ander circuit om overbelasting te voorkomen. 
• Gebruikt u een zekering van minimum 16 A? 
• Slaat de differentieel af? Controleer of uw wasmachine lekt. Zo ja, zie storing 3. Is het probleem nog niet verholpen (zekering of differentieelschakelaar slaan af)? Trek de stekker uit het stopcontact en contacteer de klantendienst. 

10 | DE WASMACHINE TRILT ABNORMAAL

• Staat uw wasmachine stabiel en waterpas op een vaste ondergrond? Stel de pootjes bij zodat de machine stabiel staat. 
• Is de machine correct gevuld: niet te veel maar zeker niet te weinig wasgoed? 
• Tijdens het leegpompen: controleer of de filter zuiver en correct geïnstalleerd is. Indien u, ondanks deze raadgevingen, geen oplossing vindt voor het probleem, belt u naar de klantendienst. Houdt uw aankoopfactuur bij de hand als u belt. Wij zoeken samen graag naar een oplossing. 

11 | DE WAS RUIKT NIET FRIS

• Draai een hete was zonder kleding (90°C) met schoonmaakazijn of soda om vetluis en bacteriën te verwijderen.
• Laat de deur na elke wasbeurt openstaan zodat de trommel goed droogt. 
• Maak de rubberen deurafdichting schoon (hier kan vuil en schimmel ophopen).

STORINGEN AAN UW DROOGKAST

1 | DE DROOGKAST WIL NIET STARTEN 

• Test het stopcontact met een ander werkend toestel (bvb. lamp). Controleer indien nodig de zekering. 
• Is de deur correct gesloten? 
• Is het waterreservoir leeg en is het correct geplaatst? Is de condensor correct aangesloten? 
• Heeft u uw droogkast wel aangezet door middel van de startknop en bent u niet vergeten een programmakeuze te maken? 
• Zorg ervoor dat de luchtaanvoer en -uitlaat steeds vrij zijn. 

2 | DROOGKAST MAAKT VEEL LAWAAI

• Controleer of er geen voorwerpen zoals munten of sieraden in de trommel zitten. 
• De droogkast stopt voortijdig 
• Maak de pluizenfilter grondig schoon en controleer of de luchtkanalen niet verstopt zijn. Verwijder ook eventueel pluizen in de luchtafvoer. 

3 | DROOGKAST BLIJFT EEN MELDING GEVEN (bijvoorbeeld "Check filter") 

• Maak de filter goed schoon en controleer of er geen blokkades zijn in de luchtuitlaat. 

4 | DROOGKAST DRAAIT, MAAR KLEREN ZIJN NOG STEEDS NAT 

• Zorg ervoor dat de droogkast niet te vol is en dat de juiste drooginstelling is gekozen. Probeer minder kleren per keer te drogen.